Usoel ad-Dien (Fundamenten van Religie) voor Kinderen

In de Naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle

Usoel ad-Dien (Fundamenten van Religie) voor Kinderen

 

De lessen ‘Usoel ad-Dien voor Kinderen hebben als doel om kinderen van 8 t/m 12 jaar oud, kennis te laten maken met de basis van onze Aqidah (geloofsovertuiging).

Deze lessen zijn geschreven door deskundigen en docenten van ‘Het huis van kinderen en tieners’ van de organisatie Mohammad Foundation.

   


Les 15: Het leven na de dood

(Qiyamah)

Auteur: Zahra Moradi

Vertaling: Sayed Sadjad Alawy & Sayed Ali Djawad Alawy

Met dank aan: Simin Rafati, Fatemeh Arzani, Milad Daliri


    

Herinnering: Deze wereld is de boerderij van het hiernamaals. Laten wij goede daden verrichten, zodat wij een goede oogst krijgen.

    
Inhoud van de les:

In de afgelopen paar lessen, spraken wij over de fundamenten van religie. Wij spraken over monotheïsme, rechtvaardigheid, profeetschap en Imamah. Alleen de vijfde zuil is nog over. Wie herinnert zich de laatste zuil?

{De docent herinnert de kinderen aan Qiyamah (Dag des Oordeels) door zijn handen in de vorm van twee schalen te bewegen.}

Goed zo! Qiyamah

Alle mensenworden op een dag geboren, zij leven een tijdje in deze wereld en zij sterven uiteindelijk. Beëindigt alles met de dood? Is de dood het einde van iemands leven? Als dit het geval is, wordt het leven dan niet erg zinloos en onrechtvaardig?

Herinneren jullie je nog dat wij bij het bespreken van het onderwerp "Adalah” (rechtvaardigheid) spraken over het feit dat sommigen een leven leiden vol met zegeningen, terwijll anderen ver verwijderd zijn van zegeningen en een moeilijker leven hebben? Zij leven bijvoorbeeld in een arm gezin of zijn geboren met een beperking (blind of doof). Herinneren jullie je nog wat wij zeiden in antwoord op de vraag of dit verschil eerlijk is?

Wij moeten onthouden dat Allah (swt) ons niets verschuldigd is en wij niet kunnen klagen dat hij iets wel heeft gegeven aan iemand anders, maar niet aan ons. Stel dat een van onze vrienden een prachtige pen zou hebben en deze niet aan mij, maar aan een andere vriend wil geven. Is het juist om te protesteren tegen deze vriend en te vragen waarom hij zijn pen niet aan jou heeft gegeven, maar wel aan een ander.

Het is zijn pen en hij mag zelf kiezen wie de pen krijgt. Hetzelfde geldt voor Allah (swt) en Zijn zegeningen.

Als Allah (swt) ons een zegening heeft gegeven, is dat vanuit Zijn genade en barmhartigheid, niet Zijn plicht, en als wij een zegen missen, moeten wij niet twijfelen aan Allah (swt). Wij moeten niet twijfelen dat Allah (swt) het beste voor ons wil ten allen tijden. Als wij iets heel graag willen, maar niet krijgen, weet dan dat Allah (swt) je datgene niet heeft gegeven, omdat Hij iets beters heeft dat wij niet mogen opeisen.

Wij hebben het over iets nog belangrijkers gehad. Wij hebben gezegd dat onze lieve Allah (swt) zo vriendelijk en rechtvaardig is, dat hij het goed zal maken in de volgende wereld als hij ons heeft onthouden van zegeningen in deze wereld. Hoe?

Allah (swt) zal ons erg overspoelen met goede en mooie dingen, als wij in deze wereld moeilijk hebben geleefd. Hij zal ons zo zegenen in het hiernamaals, dat wij zouden wensen minder zegeningen te hebben gehad in deze wereld. Stel je nu voor dat er na deze wereld geen ander leven meer zou zijn en wij een leven vol moeilijkheden en weinig zegeningen zouden hebben. Dat zou erg zijn geweest, niet?

De conclusie is dat het leven niet eindigt met de dood.

Lieve kinderen, het feit dat de dood niet het einde van het leven is, is een boodschap dat de barmhartige Allah (swt) ons heeft gegeven door middel van onze goede Profeten en Imams. Dezelfde Profeten en Imams die de beste, meest vriendelijke en meest eerlijke dienaren van Allah (swt) waren.

Zij leerden, uit barmhartigheid en liefde, aan de mensen hoe zij gelukkig en gezond konden leven en zij vertelden hun: Als jullie deze goede dingen doen die wij je leren, zullen jullie niet alleen een heel goede wereld voor jullie zelf en de rest van de mensen creëren, maar ook zal Allah (swt) jullie, omdat jullie naar Hem hebben geluisterd en goede mensen zijn geweest, na het einde van deze wereld grootse beloningen geven. Als je een aardig en vrijgevig persoon bent en bijvoorbeeld je klasgenoot helpt zijn vak af te maken of aan iemand die arm is, geld geeft, zal je naast het goede gevoel dat je krijgt in het leven ook een mooier leven leiden. Allah (swt) zal ook in de volgende wereld een speciale beloning aan je geven.

Maar als iemand ongeïnteresseerd en gevoelloos is over zijn verantwoordelijkheid in het leven en de beloning(en) van Allah (swt) en zegt; Ik wil nu plezier hebben, in plaats van mijn tijd en geld met anderen te delen en ik wil alles krijgen waar ik van hou, ook al moet ik dat doen met geweld en ten koste van anderen. Is het eerlijk dat hij doet wat hij wil en de levens en eigendommen van de mensen in gevaar brengt, zonder voor zijn daden te worden bestraft?

Natuurlijk arresteren en straffen de wet en de politie deze mensen vaak. Maar wat als iemand uit het zicht van de politie is en tijdens zijn leven in deze wereld niet wordt bestraft? Is het eerlijk dat met zijn dood alles voor hem beëindigt en dat Allah (swt) hem niet straft voor de slechte daden die hij heeft verricht?

Natuurlijk niet!

Onze Profeten en Imams hebben gezegd dat net zoals Allah (swt) een beloning heeft vastgesteld voor de goede daden die wij doen, zo zal hij ook straffen hebben voor de mensen die slechte daden verrichten en rechten van anderen afpakken.

Het is niet zo dat iemand die een leven leidt op het juiste pad, maar moeilijkheden tegenkomt, terwijl hij zijn bezittingen en leven wijdt aan het helpen van anderen, gelijk zal komen te staan met iemand die alleen maar aan zichzelf denkt en de wereld kapot maakt en anderen kwaad doet.

Denken jullie dat het eerlijk zou zijn als alles zou eindigen met onze dood en het leven van goede mensen en slechte mensen op dezelfde manier zou eindigen?!

{De docent laat de kinderen aan het woord.}

Bovendien zijn sommige goede of slechte daden zo groot dat er in deze wereld geen gepaste beloning of straf voor in aanmerking komt. Hoe kan men bijvoorbeeld iemand bedanken die zijn leven op het spel zet om tientallen kinderen uit het vuur te redden en zo de schoonheid van zijn gezicht, zijn visie en het vermogen om zijn armen voor altijd te bewegen verliest om een goede daad goed te verrichten?

Aan de andere kant, welke aanvaardbare straf kan worden opgelegd aan iemand die zonder genade honderden onschuldige mensen doodt?

Hier beseffen wij hoe belangrijk het is dat ons leven niet eindigt met de dood in deze wereld en dat op een dag de goede en slechte daden van mensen worden beoordeeld.

Degene die een goede daad heeft verricht, zal worden beloond aan de hand van zijn daad, en degene die een slechte daad heeft verricht, zal op een gepaste manier worden gestraft.

De overtuiging dat wij na de dood zullen worden opgewekt om verantwoording af te leggen voor onze daden, wordt “Qiyamah (opstanding’ of wederopstanding) genoemd, een van de belangrijkste principes van ons geloof en de vijfde zuil van de Usoel ad-Dien.

Vandaag hebben wij geleerd dat een van onze belangrijkste principes het leven na de dood is, en dat ons leven niet beperkt is tot deze wereld. Deze wereld is eerder als een boerderij waar wij goede of slechte dingen kunnen planten en onze gewassen kunnen oogsten nadat wij zijn gestorven.[1]

Als wij goed planten in deze wereld, zullen wij goede dingen hebben in ons hiernamaals. Het is nooit mogelijk om tarwe te planten, maar om bijvoorbeeld rijst te oogsten. Als wij in de wereld leven zoals de Profeten en Imams ons hebben geleerd, goed, wijs, zorgzaam en barmhartig, dan zullen wij goed en gelukkig leven in het hiernamaals (het leven na deze wereld). Maar als wij in deze wereld slechte daden verrichten en de rechten van anderen afpakken, wacht ons in het hiernamaals een slecht leven en een slechte bestemming.

Wees dus voorzichtig met wat je vandaag doet!

 


[1] Overlevering van Profeet Mohammad (saws) die zei: “Deze wereld is de boerderij van de het hiernamaals”: Majmu’e Warram, vol.1, p. 183.

 

Mohammad Foundation

 

Join us